Responsive image

Artikel 3 Definities

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 3 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1) “goederen”: de in bijlage I vermelde goederen;

2) “broeikasgassen”: broeikasgassen zoals gespecificeerd in bijlage I met betrekking tot elk van de in die bijlage vermelde goederen;

3) “emissies”: de uitstoot van broeikasgassen in de atmosfeer door de productie van goederen;

4) “invoer”: het in het vrije verkeer brengen zoals bepaald in artikel 201 van Verordening (EU) nr. 952/2013;

5) “EU-ETS”: het systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten in de Unie met betrekking tot de in bijlage I bij Richtlijn 2003/87/EG genoemde activiteiten, met uitzondering van luchtvaartactiviteiten;

6) “douanegebied van de Unie”: het grondgebied als omschreven in artikel 4 van Verordening (EU) nr. 952/2013;

7) “derde land”: een land of gebied buiten het douanegebied van de Unie;

8) “continentaal plat”: een continentaal plat zoals omschreven in artikel 76 van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee;

9) “exclusieve economische zone”: een exclusieve economische zone zoals omschreven in artikel 55 van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee, die door een lidstaat op grond van dat verdrag als een exclusieve economische zone heeft verkondigd;

10) “intrinsieke waarde”: de intrinsieke waarde voor handelsgoederen zoals omschreven in artikel 1, punt 48, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446;

11) “marktkoppeling”: de toewijzing van transmissiecapaciteit via een Uniesysteem dat simultaan orders matcht en zoneoverschrijdende capaciteit toewijst zoals bepaald in Verordening (EU) 2015/1222;

12) “expliciete capaciteitstoewijzing”: de toewijzing van grensoverschrijdende transmissiecapaciteit los van de elektriciteitshandel;

13) “bevoegde autoriteit”: de door iedere lidstaat overeenkomstig artikel 11 aangewezen autoriteit;

14) “douaneautoriteiten”: de douanediensten van de lidstaten zoals omschreven in artikel 5, punt 1, van Verordening (EU) nr. 952/2013;

de persoon die in eigen naam en voor eigen rekening een douaneaangifte voor het in het vrije verkeer brengen van goederen indient, of indien de douaneaangifte overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EU) nr. 952/2013 door een indirecte douanevertegenwoordiger wordt ingediend, de persoon voor wiens rekening een dergelijke aangifte wordt ingediend;

16) “aangever bij de douane”: een aangever zoals omschreven in artikel 5, punt 15, van Verordening (EU) nr. 952/2013 die in eigen naam een douaneaangifte voor het vrije verkeer van goederen indient, dan wel de persoon namens wie deze aangifte wordt ingediend;

17) “toegelaten CBAM-aangever”: een persoon die overeenkomstig artikel 17 een toelating heeft gekregen van een bevoegde autoriteit;

18) “persoon”: een natuurlijk persoon, een rechtspersoon of een vereniging van personen die geen rechtspersoonlijkheid bezit maar uit hoofde van Unierecht of nationaal recht wel als handelingsbekwaam is erkend;

19) “in een lidstaat gevestigd”:

a) in geval van een natuurlijke persoon, elke persoon van wie de woonplaats zich in een lidstaat bevindt;

b) in geval van een rechtspersoon of een vereniging van personen, elke persoon van wie de statutaire zetel, het hoofdkantoor of de permanente bedrijfsvestiging zich in een lidstaat bevindt;

20) “registratie- en identificatienummer van marktdeelnemer (EORI-nummer)”: het door de douaneautoriteiten toegekende nummer wanneer de registratie voor douanedoeleinden is uitgevoerd overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EU) nr. 952/2013;

21) “directe emissies”: emissies uit de productieprocessen van goederen, met inbegrip van emissies uit de productie van verwarming en koeling die tijdens de productieprocessen worden verbruikt, ongeacht de plaats waar de verwarming of koeling wordt geproduceerd;

22) “ingebedde emissies”: directe emissies die vrijkomen tijdens de productie van goederen en indirecte emissies uit de productie van elektriciteit die tijdens de productieprocessen wordt verbruikt, berekend overeenkomstig de in bijlage IV vastgestelde methoden en nader gespecificeerd in de op grond van artikel 7, lid 7, vastgestelde uitvoeringshandelingen;

23) “ton CO2-equivalent”: één metrische ton CO2, of een hoeveelheid van een in bijlage I vermeld broeikasgas met een equivalent aardopwarmingsvermogen;

24) “CBAM-certificaat”: een certificaat in elektronische vorm dat overeenstemt met één ton CO2-equivalent aan ingebedde emissies in goederen;

25) “inlevering”: verrekening van CBAM-certificaten met de aangegeven ingebedde emissies in ingevoerde goederen of met de ingebedde emissies in ingevoerde goederen die hadden moeten worden aangegeven;

26) “productieprocessen”: de chemische en fysische processen die plaatsvinden om goederen in een installatie te produceren;

27) “standaardwaarde”: een waarde die wordt berekend of afgeleid uit secundaire gegevens en die de ingebedde emissies in goederen vertegenwoordigt;

28) “werkelijke emissies”: de op basis van primaire gegevens berekende emissies uit de productieprocessen van goederen en uit de productie van elektriciteit die tijdens die processen wordt verbruikt zoals bepaald overeenkomstig de in bijlage IV vastgestelde methoden;

29) “koolstofprijs”: het geldbedrag dat in een derde land uit hoofde van een regeling ter reductie van koolstofemissies is betaald in de vorm van een belasting, heffing of vergoeding of in de vorm van emissierechten in een broeikasgasemissiehandelssysteem, berekend op broeikasgassen die onder dat systeem vallen en tijdens de productie van goederen zijn vrijgekomen;

30) “installatie”: een vaste technische eenheid waarin een productieproces plaatsvindt;

31) “exploitant”: een persoon die een installatie exploiteert of beheert in een derde land;

32) “nationale accreditatie-instantie”: een nationale accreditatie-instantie zoals aangewezen door iedere lidstaat op grond van artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 765/2008;

33) “EU-ETS-emissierecht”: een emissierecht zoals omschreven in artikel 3, punt a), van Richtlijn 2003/87/EG voor andere in bijlage I bij die richtlijn opgenomen activiteiten dan luchtvaartactiviteiten;

34) “indirecte emissies”: emissies uit de opwekking van elektriciteit die wordt verbruikt tijdens de productieprocessen van goederen, ongeacht de plaats waar de verbruikte elektriciteit wordt opgewekt.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.